Eind mei, tijd om even terug te blikken op het voorbije academiejaar.
Zoals de vorige jaren hebben we dit jaar alweer veel opdrachten te slikken gekregen. Jaaropdrachten, taken bij modules, stage hier, stage daar, ... geen tijd om ons te vervelen!
Ze hadden allemaal wel iets gemeenschappelijks, namelijk het uitwerken op de computer. Geen enkele taak durven wij nog handgeschreven afgeven.
Ik moet zeggen, mijn vaardigheden zijn er toch op verbeterd door zoveel met ict om te gaan. Tabellen invoegen, ppt's maken, een filmpje monteren, ... het lukt allemaal steeds beter.
Ook voor de stages ben ik veel aan de slag geweest met de computer: werkblaadjes maken, gepaste foto's zoeken, lesvoorbereidingen maken en nog zo veel andere dingen. Het is gewoon mooier en met meer klasse als deze werkjes getypt zijn. Jammer genoeg heb ik nooit de opdrachtjes voor deze blog (zoals de webquest en screencast) tijdens een stageperiode kunnen gebruiken. Het paste niet in het thema of gewoon niet in het weekschema.
Maar de andere zijde van de medaille is er ook wel: ik voel me nooit zo gefrustreerd dan wanneer iets niet lukt op de computer. Hij is eigenlijk, na zoveel er al mee gewerkt te hebben, nog steeds niet mijn beste vriend...
Ik ben wel blij dat ik zo veel oefenkansen heb gekregen. De wereld van de ict heeft vele hoekjes en kantjes, en die hebben we gedurende de opleiding stelselmatig afgetast. Maar, ik denk wel dat ik nog een hele weg heb af te leggen. Ik ben niet een persoon die van mezelf nieuwe programma's zal zoeken of uitproberen, maar wie weet komt daar ooit verandering in!
donderdag 28 mei 2009
dinsdag 26 mei 2009
Cyberpesten: ver-van-mijn-bed-show?
Ruim tiende van jongeren recent slachtoffer van cyberpesten in regio Leuven
De afgelopen 3 maanden is 13,3 procent van de 12- tot 15-jarige jongeren uit de Leuvense regio het slachtoffer van cyberpesten geworden. Dat blijkt uit een bevraging bij 182 leerlingen uit enkele scholen in de regio van Leuven, Aarschot en Diest, door laatstejaars van het Hoger Instituut voor Readaptatiewetenschappen (HIRL) uit Aarschot.Van de bevraagde jongeren stelde 9,7 procent dat hij heel af en toe gepest werd via internet of gsm, 1,82 procent regelmatig en nog eens 1,82 procent elke dag. Het percentage van jongeren die zeiden dat ze de afgelopen 3 maanden ooggetuige waren van cyberpesten, loopt echter op tot een kleine 30 procent. Bij de bevraagde jongeren bestempelde 76 procent cyberpesten als "een groot probleem". Exact 10,3 procent zei zelf dat hij iemand in de bewuste periode via internet of gsm had gepest. Daarvan deed 6,06 procent dat heel af en toe, 3,03 procent regelmatig en 1,21 procent elke dag.De percentages van cyberpesten zijn volgens de HIRL-studenten relatief laag. Toch zou het gaan om "een opkomend fenomeen dat zeer snel kan escaleren". Ze pleiten ervoor dat zowel jongeren, hun omgeving en organisaties, zoals Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), en de lokale politie het fenomeen aanpakken. Ook stelden ze brochures samen met tips voor ouders en jongeren, getuigenissen van slachtoffers, evenals stappen die gezet moeten worden als iemand aangifte wil doen bij de lokale politie. (belga/jv)
De morgen, 09/05/09 15u09
Ik koos dit artikel naar aanleiding van een verhaal waarmee mijn broer onlangs mee naar huis kwam. Een jongen uit zijn klas was in elkaar geslagen, nadat die volgens de dader hem had verweten via het internet. Nu bleek dat het slachtoffer daar eigenlijk niets mee te maken had: zijn e-mailadres was gehackt door iemand anders... Maar de vermeende dader zat er wel met een aantal verwondingen, waardoor die enkele dagen niet naar school kon komen...
Het lijkt alsof het alleen maar op tv, in foldertjes of in lessen aan bod komt, maar het gebeurt dus zeker in realiteit. De 10% uit het artikel wordt bestempeld als 'relatief laag', maar dat zijn eigenlijk 2 leerlingen op een klas van 20 leerlingen...
Daarbovenop zijn maar liefst 30% van de ondervraagde jongeren al eens ooggetuige geweest. Het is dan ook een goede daad dat ze het probleem grootschalig willen aanpakken. Ik sluit me immers aan bij de mening van de HIRL-studenten: dit is een fenomeen dat de kop op duikt en exponentieel zal groeien. Het probleem ligt hem waarschijnlijk ook in het gebrek aan melding van het pesten: niemand zegt er iets over en alles wordt gewoon erger.
Waarom zouden ze ook: ze kunnen zelf het slachtoffer worden...
Het is angstaanjagend dat het internet steeds meer van ons leven in handen neemt. Er zijn veel goede zaken aan de digitale wereld, maar de negatieve zaken mogen we zeker niet uit het oog verliezen.
De afgelopen 3 maanden is 13,3 procent van de 12- tot 15-jarige jongeren uit de Leuvense regio het slachtoffer van cyberpesten geworden. Dat blijkt uit een bevraging bij 182 leerlingen uit enkele scholen in de regio van Leuven, Aarschot en Diest, door laatstejaars van het Hoger Instituut voor Readaptatiewetenschappen (HIRL) uit Aarschot.Van de bevraagde jongeren stelde 9,7 procent dat hij heel af en toe gepest werd via internet of gsm, 1,82 procent regelmatig en nog eens 1,82 procent elke dag. Het percentage van jongeren die zeiden dat ze de afgelopen 3 maanden ooggetuige waren van cyberpesten, loopt echter op tot een kleine 30 procent. Bij de bevraagde jongeren bestempelde 76 procent cyberpesten als "een groot probleem". Exact 10,3 procent zei zelf dat hij iemand in de bewuste periode via internet of gsm had gepest. Daarvan deed 6,06 procent dat heel af en toe, 3,03 procent regelmatig en 1,21 procent elke dag.De percentages van cyberpesten zijn volgens de HIRL-studenten relatief laag. Toch zou het gaan om "een opkomend fenomeen dat zeer snel kan escaleren". Ze pleiten ervoor dat zowel jongeren, hun omgeving en organisaties, zoals Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB), en de lokale politie het fenomeen aanpakken. Ook stelden ze brochures samen met tips voor ouders en jongeren, getuigenissen van slachtoffers, evenals stappen die gezet moeten worden als iemand aangifte wil doen bij de lokale politie. (belga/jv)
De morgen, 09/05/09 15u09
Ik koos dit artikel naar aanleiding van een verhaal waarmee mijn broer onlangs mee naar huis kwam. Een jongen uit zijn klas was in elkaar geslagen, nadat die volgens de dader hem had verweten via het internet. Nu bleek dat het slachtoffer daar eigenlijk niets mee te maken had: zijn e-mailadres was gehackt door iemand anders... Maar de vermeende dader zat er wel met een aantal verwondingen, waardoor die enkele dagen niet naar school kon komen...
Het lijkt alsof het alleen maar op tv, in foldertjes of in lessen aan bod komt, maar het gebeurt dus zeker in realiteit. De 10% uit het artikel wordt bestempeld als 'relatief laag', maar dat zijn eigenlijk 2 leerlingen op een klas van 20 leerlingen...
Daarbovenop zijn maar liefst 30% van de ondervraagde jongeren al eens ooggetuige geweest. Het is dan ook een goede daad dat ze het probleem grootschalig willen aanpakken. Ik sluit me immers aan bij de mening van de HIRL-studenten: dit is een fenomeen dat de kop op duikt en exponentieel zal groeien. Het probleem ligt hem waarschijnlijk ook in het gebrek aan melding van het pesten: niemand zegt er iets over en alles wordt gewoon erger.
Waarom zouden ze ook: ze kunnen zelf het slachtoffer worden...
Het is angstaanjagend dat het internet steeds meer van ons leven in handen neemt. Er zijn veel goede zaken aan de digitale wereld, maar de negatieve zaken mogen we zeker niet uit het oog verliezen.
ICT in de kleuterklas!
In 'onze tijd' was er nog geen sprake van: 2 klascomputers in de derde kleuterklas.
Vreemd om te zien, hoe vroeg de kindjes er nu al mee beginnen.
Ik ben er echter geen tegenstander van en gebruik dit gegeven zeker in mijn keuzestage. In de 'lees - en schrijfhoek' bijvoorbeeld kunnen de kinderen woordjes overtypen.
Ze mogen ook spelletjes spelen op het internet (wel door mij gekozen...), die bij het thema 'indianen' passen. Daarbij moeten ze een indiaantje aankleden met de kledij die ze zelf kiezen.
Ik heb tijdens mijn observatiemomenten al gezien dat de kleintjes goed met de ict overweg kunnen, maar ik heb hen nog niet zien typen.
Ze zullen niet blind typen, maar ik denk dat ze me toch wel zullen verrassen met hun vaardigheden.
Motivatie hebben ze om te beginnen al zeker in overvloed: als ze met twee aan de computer werken, is het altijd ruzie om wie mag beginnen...
Ik ben alvast benieuwd: donderdag gaan ze voor de eerste keer aan de slag!
Vreemd om te zien, hoe vroeg de kindjes er nu al mee beginnen.
Ik ben er echter geen tegenstander van en gebruik dit gegeven zeker in mijn keuzestage. In de 'lees - en schrijfhoek' bijvoorbeeld kunnen de kinderen woordjes overtypen.
Ze mogen ook spelletjes spelen op het internet (wel door mij gekozen...), die bij het thema 'indianen' passen. Daarbij moeten ze een indiaantje aankleden met de kledij die ze zelf kiezen.
Ik heb tijdens mijn observatiemomenten al gezien dat de kleintjes goed met de ict overweg kunnen, maar ik heb hen nog niet zien typen.
Ze zullen niet blind typen, maar ik denk dat ze me toch wel zullen verrassen met hun vaardigheden.
Motivatie hebben ze om te beginnen al zeker in overvloed: als ze met twee aan de computer werken, is het altijd ruzie om wie mag beginnen...
Ik ben alvast benieuwd: donderdag gaan ze voor de eerste keer aan de slag!
maandag 18 mei 2009
Extra info 'Eigen lesmateriaal'
Een korte uitleg ter informatie:
De opdrachten i.v.m. 'eigen lesmateriaal' kan u vinden in een bericht (met label eigen lesmateriaal) en enkele in een extra gadget (rechts van mijn blog). Dit heb ik zo gekozen wegens praktische redenen.
Nog veel leesplezier!
De opdrachten i.v.m. 'eigen lesmateriaal' kan u vinden in een bericht (met label eigen lesmateriaal) en enkele in een extra gadget (rechts van mijn blog). Dit heb ik zo gekozen wegens praktische redenen.
Nog veel leesplezier!
Filmen in het 6de leerjaar
Na alweer enkele stages heb ik nog wat multimedianieuws...
In het 6de leerjaar werk(te) ik rond het thema 'in de kijker' in de taallessen. Teksten over filmen, speciale filmtaal, het maken van een storyboard,... kwamen aan bod. Altijd leuk (en zeker voor mijn actieve klas) om de kinderen eens zelf aan het werk te zetten.
Ze mochten in groepjes van 4 leerlingen een verhaaltje opstellen en dit uitwerken in een storyboard. Daar bleef het niet bij: het was de bedoeling om dit ook te verfilmen. Jammer genoeg zijn er geen camera's op school en slurpen de fototoestellen enorm veel energie. Daarom konden we daar ook niet mee filmen en liet ik de kinderen opeenvolgende foto's nemen (analoog met de tekeningen van hun storyboard).
Dit liep allemaal zonder problemen. Leerlingen van deze leeftijd hebben wel al eens met een digitaal fototoestel gewerkt en dus ging het technische werk vrij vlot. Ik stimuleerde de kinderen om verschillende standpunten te integreren (close-up / panorama / foto vanuit kikkerperspectief / ...). Ook het acteerwerk, wat ook wel belangrijk is voor het slagen, liep veelal van een leien dakje.
Ik heb zelf al enkele verhaaltjes gezien, en ze zien er allemaal om te creatiever uit. Morgen is het grote moment aan de beurt: dan mogen de leerlingen de foto's op groot scherm bekijken (met een beamer in de klas). Zij kijken er naar uit, maar ik nog veel meer!
Ik ben zeker benieuwd naar hun reacties!!
In het 6de leerjaar werk(te) ik rond het thema 'in de kijker' in de taallessen. Teksten over filmen, speciale filmtaal, het maken van een storyboard,... kwamen aan bod. Altijd leuk (en zeker voor mijn actieve klas) om de kinderen eens zelf aan het werk te zetten.
Ze mochten in groepjes van 4 leerlingen een verhaaltje opstellen en dit uitwerken in een storyboard. Daar bleef het niet bij: het was de bedoeling om dit ook te verfilmen. Jammer genoeg zijn er geen camera's op school en slurpen de fototoestellen enorm veel energie. Daarom konden we daar ook niet mee filmen en liet ik de kinderen opeenvolgende foto's nemen (analoog met de tekeningen van hun storyboard).
Dit liep allemaal zonder problemen. Leerlingen van deze leeftijd hebben wel al eens met een digitaal fototoestel gewerkt en dus ging het technische werk vrij vlot. Ik stimuleerde de kinderen om verschillende standpunten te integreren (close-up / panorama / foto vanuit kikkerperspectief / ...). Ook het acteerwerk, wat ook wel belangrijk is voor het slagen, liep veelal van een leien dakje.
Ik heb zelf al enkele verhaaltjes gezien, en ze zien er allemaal om te creatiever uit. Morgen is het grote moment aan de beurt: dan mogen de leerlingen de foto's op groot scherm bekijken (met een beamer in de klas). Zij kijken er naar uit, maar ik nog veel meer!
Ik ben zeker benieuwd naar hun reacties!!
dinsdag 17 maart 2009
Niet alleen mensen chatten...
Een bizar nieuwsfilmpje: een dateprogramma voor oerang-oetan via het internet...
Een gek idee, maar misschien handig als basis voor onderzoek...
Een gek idee, maar misschien handig als basis voor onderzoek...
De optocht van het smartboard
Een slim schoolbord met pc-aansluiting
maandag 16 maart 2009
Auteur: Lennie Stinissen
Voor het eerst in zijn 150-jarig bestaan zet de basisschool De Eenhoorn zijn groene krijtborden aan de kant. Het 'smart board' neemt binnenkort in elke klas een centrale plaats in. Steeds meer Vlaamse scholen volgen de pedagogische trend.
'En wie weet nog waar Icarus neerviel? Juist, in zee.' Het beeld wordt opgeroepen en groot geprojecteerd, Icarus omcirkeld. De herhalingsles van 4A flitst voorbij. Er wordt ingezoomd, gemarkeerd, getallen worden naar onder en boven gesleept. Schrijven op het bord gebeurt met de vinger of een digipen. Voor de eerste keer in het 150-jarig bestaan van de school werd het groene schoolbord in een hoekje gehangen, zijn rechtervleugel geamputeerd. Het moet plaatsmaken voor het smart board, een interactief schoolbord, voorzien van touch screen en beamer, aangesloten op een personal computer met internet.
Verder lezen? http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=K927PMGA&word=onderwijs+ict
In de lagere school 'De eenhoorn' uit Kruibeke begint de optocht van het smartboard. Het groene krijtbord krijgt een minder belangrijke plaats en dient nu enkel nog als extra materiaal. Nu zijn er nog maar 4 smartboarden aanwezig, naar volgend schooljaar toe zou er in elke klas één aanwezig zijn.
Het is een evolutie die veel voordelen met zich meebrengt, maar er zijn ook enkele nadelen. Daar wordt volgens de directeur en de klasjuf aan gewerkt. Ook de kinderen zijn enthousiast en zijn blij met het smartboard. Het is voor hen allemaal leuker en moderner.
De school volgt met deze vernieuwing heel wat andere scholen die ook al de voordelen van het smartboard ingezien hebben. Er zijn inderdaad heel wat positieve elementen die je er aan kan verbinden:
- alles gaat sneller
- je kan gemakkelijk eens een filmpje bekijken
- het is aangenamer voor de kinderen en ze kunnen beter volgen
- geen stof in de klas van het krijt
Jammer genoeg is er ook een keerzijde van de medaille. Zo'n 'slim bord' is toch vrij duur in aankoop: 6000 euro x het aantal klassen is niet niks. Deze school krijgt subsidies van de stad, maar niet elke school heeft dat geluk. Daarenboven ben je sterk afhankelijk van de technologie: geen elektriciteit? Dan ook geen bordschema, filmpjes of andere digitale hulpmiddelen!
Ik ben wel blij met de redenering van de school:
''Natuurlijk moeten ze ook nog kunnen opletten zonder het digibord. En oefeningen in hun papieren schrift horen er ook nog altijd bij."
Het is positief dat men het bord niet als de enige manier van lesgeven wil gebruiken. Ik vind dat kinderen thuis al genoeg voor het computerscherm doorbrengen, dus de school moet daar dan ook nog niet eens in gaan overdrijven. Oefeningen op papier blijft nodig, ook zeker voor de schrijfontwikkeling. Daarenboven: het digibord is leuk, maar mag niet als truc voor leuke lessen gebruikt worden.
Om af te sluiten nog dit citaat van de directeur, waar ik eigenlijk niets meer aan toe te voegen heb:
"Toch zal het digitaal bord nooit een vervanging worden voor de realiteit. Als de kinderen over het verkeer leren, zullen ze eerst op straat over een zebrapad wandelen. Daarna volgen de interactieve les en oefeningen op papier. Een smart board is een middel om iets aan te leren. Het mag nooit een doel op zich worden."
De school volgt met deze maatregel.
maandag 16 maart 2009
Auteur: Lennie Stinissen
Voor het eerst in zijn 150-jarig bestaan zet de basisschool De Eenhoorn zijn groene krijtborden aan de kant. Het 'smart board' neemt binnenkort in elke klas een centrale plaats in. Steeds meer Vlaamse scholen volgen de pedagogische trend.
'En wie weet nog waar Icarus neerviel? Juist, in zee.' Het beeld wordt opgeroepen en groot geprojecteerd, Icarus omcirkeld. De herhalingsles van 4A flitst voorbij. Er wordt ingezoomd, gemarkeerd, getallen worden naar onder en boven gesleept. Schrijven op het bord gebeurt met de vinger of een digipen. Voor de eerste keer in het 150-jarig bestaan van de school werd het groene schoolbord in een hoekje gehangen, zijn rechtervleugel geamputeerd. Het moet plaatsmaken voor het smart board, een interactief schoolbord, voorzien van touch screen en beamer, aangesloten op een personal computer met internet.
Verder lezen? http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=K927PMGA&word=onderwijs+ict
In de lagere school 'De eenhoorn' uit Kruibeke begint de optocht van het smartboard. Het groene krijtbord krijgt een minder belangrijke plaats en dient nu enkel nog als extra materiaal. Nu zijn er nog maar 4 smartboarden aanwezig, naar volgend schooljaar toe zou er in elke klas één aanwezig zijn.
Het is een evolutie die veel voordelen met zich meebrengt, maar er zijn ook enkele nadelen. Daar wordt volgens de directeur en de klasjuf aan gewerkt. Ook de kinderen zijn enthousiast en zijn blij met het smartboard. Het is voor hen allemaal leuker en moderner.
De school volgt met deze vernieuwing heel wat andere scholen die ook al de voordelen van het smartboard ingezien hebben. Er zijn inderdaad heel wat positieve elementen die je er aan kan verbinden:
- alles gaat sneller
- je kan gemakkelijk eens een filmpje bekijken
- het is aangenamer voor de kinderen en ze kunnen beter volgen
- geen stof in de klas van het krijt
Jammer genoeg is er ook een keerzijde van de medaille. Zo'n 'slim bord' is toch vrij duur in aankoop: 6000 euro x het aantal klassen is niet niks. Deze school krijgt subsidies van de stad, maar niet elke school heeft dat geluk. Daarenboven ben je sterk afhankelijk van de technologie: geen elektriciteit? Dan ook geen bordschema, filmpjes of andere digitale hulpmiddelen!
Ik ben wel blij met de redenering van de school:
''Natuurlijk moeten ze ook nog kunnen opletten zonder het digibord. En oefeningen in hun papieren schrift horen er ook nog altijd bij."
Het is positief dat men het bord niet als de enige manier van lesgeven wil gebruiken. Ik vind dat kinderen thuis al genoeg voor het computerscherm doorbrengen, dus de school moet daar dan ook nog niet eens in gaan overdrijven. Oefeningen op papier blijft nodig, ook zeker voor de schrijfontwikkeling. Daarenboven: het digibord is leuk, maar mag niet als truc voor leuke lessen gebruikt worden.
Om af te sluiten nog dit citaat van de directeur, waar ik eigenlijk niets meer aan toe te voegen heb:
"Toch zal het digitaal bord nooit een vervanging worden voor de realiteit. Als de kinderen over het verkeer leren, zullen ze eerst op straat over een zebrapad wandelen. Daarna volgen de interactieve les en oefeningen op papier. Een smart board is een middel om iets aan te leren. Het mag nooit een doel op zich worden."
De school volgt met deze maatregel.
Liedboekje met MS Publisher
http://cid-dbc3e134119348be.skydrive.live.com/self.aspx/.Documents/liedboekje.pub
Via deze link kan je kijken naar een liedboekje dat ik zelf gemaakt heb met MS Publisher. Dit boekje was een opdracht voor de Zeeklassen waar ik mee zal gaan.
We hebben dit programma nooit echt bekeken in de les ICT, niet in het lager, niet in het secundair en ook niet op de hogeschool.
Ik had er wel al eens iets kleins mee gemaakt, zoals een verjaardagskaartje, maar nog nooit een volledig boekje.
In een ander bericht op mijn blog (titel: liedboekje maken, label 'eigen handelen') kan u mijn afgelegde weg tot het eindresultaat lezen. Het was niet altijd even gemakkelijk, maar nu ben ik blij met wat ik heb bereikt.
Via deze link kan je kijken naar een liedboekje dat ik zelf gemaakt heb met MS Publisher. Dit boekje was een opdracht voor de Zeeklassen waar ik mee zal gaan.
We hebben dit programma nooit echt bekeken in de les ICT, niet in het lager, niet in het secundair en ook niet op de hogeschool.
Ik had er wel al eens iets kleins mee gemaakt, zoals een verjaardagskaartje, maar nog nooit een volledig boekje.
In een ander bericht op mijn blog (titel: liedboekje maken, label 'eigen handelen') kan u mijn afgelegde weg tot het eindresultaat lezen. Het was niet altijd even gemakkelijk, maar nu ben ik blij met wat ik heb bereikt.
donderdag 5 maart 2009
Op zoek naar schelpen
Schelpenwandeling zeeklas
Dit werkbundeltje vond ik op de blog van Evy De Burger. Het sprong me in het oog omdat ik ook een Zeeklas zal meemaken. Mijn opdrachten zijn niet echt leerstofgericht i.v.m. strandwandelingen en zo, maar eerder muzisch. Ik zou ook niet direct weten hoe ik er aan zou moeten beginnen.
Als ik ooit een schelpenwandeling zou moeten leiden, zou dit werkblaadje me dus zeker kunnen helpen... Evy heeft haar best gedaan om het redelijk eenvoudig te houden. Door middel van kleine opdrachten (juiste tekening aan juiste naam koppelen, een tekening maken van eigen schelp) blijft er toch nog wat interactie over voor de kinderen.
Alle tekeningen van de schelpen zijn wel duidelijk, de verschillen zijn goed zichtbaar en gemakkelijk af te leiden.
Misschien zou ik alles wel nog wat kindvriendelijker maken, nu lijkt het me een beetje 'saai'. Het zou zeker een goede bron zijn voor mij om te gebruiken, mits enige aanpassingen om geheel iets vrolijker te maken.
dinsdag 3 maart 2009
Dierenpaspoort 'het bos'
Dit is een werkblaadje uit mijn stage 1ste leerjaar bij het thema 'bos', waarbij de leerlingen zelfstandig in informatieboeken (aangepast aan hun leeftijd) op zoek gingen. Zo konden ze de dierenpaspoorten aanvullen.
In een ander bericht op deze blog, kan je de toets vinden die het thema afsloot. In de toets zit ook een oefening uit dit werkblaadje.
Het was moeilijk om het werkblaadje aan te passen aan de leeftijd van 6 jaar, maar uiteindelijk is het goed gelukt via prentjes. De leerlingen vonden de oefeningen heel leuk.
Toets 'het bos'
Dit is een toets voor het eerste leerjaar, na het thema 'bos'.
De leerlingen in mijn klas kende de soort oefeningen al uit de lessen en konden de toets zo gemakkelijker invullen. In een ander bericht op deze blog kan je trouwens een werkblaadje vinden, waarbij deze toets past.
Toets Het Bos
De leerlingen in mijn klas kende de soort oefeningen al uit de lessen en konden de toets zo gemakkelijker invullen. In een ander bericht op deze blog kan je trouwens een werkblaadje vinden, waarbij deze toets past.
Toets Het Bos
vrijdag 27 februari 2009
Wat is een virus?
Kinderen van de derde graad zijn al druk bezig met e-mailen, msn, liedjes downloaden, ... zonder er zich eigenlijk van bewust zijn wat de onderliggende gevaren zijn. Virussen zijn één van de grote problemen die wel eens de kop op kunnen steken. Het is dus zeker nooit te laat om leerlingen daar iets over bij te brengen, hoe dat allemaal ontstaat en waar je zeker voor moet opletten.
Ik heb geprobeerd om er een leuke powerpointpresentatie van te maken met hier en daar een prentje, enkele interactiemomenten met de kinderen (brainstormmoment, klein quizje, opdrachten, een filmpje bekijken). Het is de bedoeling dat de leerlingen goed betrokken worden bij de leerstof en daar zijn motiverende elementen zeker bruikbaar voor. Ik heb ook geprobeerd om in de leefwereld van de kinderen te blijven, zeker met de situaties die voorbereiden op de soorten virussen. Dit helpt om de leerstof kindvriendelijk te houden.
Toch is het moeilijk om op het niveau van de kinderen te blijven, zeker wat de computertaal betreft. Daarom staan enkele woorden doorheen de presentatie in het vet of schuin gedrukt. Het is een kleine steun voor de leerkrachten die de presentatie willen gebruiken: hierbij moeten ze dan even stilstaan en extra uitleg geven aan de leerlingen.
Extra handigheid voor de leerkracht: waar iets meer tekst is of waar iets moet verklaard of uitgelegd worden, heb ik gewerkt met 'muisklikken'. Zo kan je als lesgevende zelf je tempo bepalen. Op andere dia's, waar extra duiding zo goed als onnodig is, is een automatisch verloop met tijdsinstelling.
Hopelijk kan ik er iets mee doen in mijn verdere loopbaan als leerkracht: in stages die nog komen of in latere carrière. Het is immers een probleem dat altijd zal blijven bestaan!
Ik heb geprobeerd om er een leuke powerpointpresentatie van te maken met hier en daar een prentje, enkele interactiemomenten met de kinderen (brainstormmoment, klein quizje, opdrachten, een filmpje bekijken). Het is de bedoeling dat de leerlingen goed betrokken worden bij de leerstof en daar zijn motiverende elementen zeker bruikbaar voor. Ik heb ook geprobeerd om in de leefwereld van de kinderen te blijven, zeker met de situaties die voorbereiden op de soorten virussen. Dit helpt om de leerstof kindvriendelijk te houden.
Toch is het moeilijk om op het niveau van de kinderen te blijven, zeker wat de computertaal betreft. Daarom staan enkele woorden doorheen de presentatie in het vet of schuin gedrukt. Het is een kleine steun voor de leerkrachten die de presentatie willen gebruiken: hierbij moeten ze dan even stilstaan en extra uitleg geven aan de leerlingen.
Extra handigheid voor de leerkracht: waar iets meer tekst is of waar iets moet verklaard of uitgelegd worden, heb ik gewerkt met 'muisklikken'. Zo kan je als lesgevende zelf je tempo bepalen. Op andere dia's, waar extra duiding zo goed als onnodig is, is een automatisch verloop met tijdsinstelling.
Hopelijk kan ik er iets mee doen in mijn verdere loopbaan als leerkracht: in stages die nog komen of in latere carrière. Het is immers een probleem dat altijd zal blijven bestaan!
zaterdag 21 februari 2009
allen tegen cyberpesten!
Deze presentatie vond ik op de blog van Evelien De Vuyst:
De presentatie geeft een beeld over 'wat' cyberpesten is. Ik denk dat nog veel kinderen niet weten dat dit eigenlijk bestaat en dat hier een naam voor is. Het is belangrijk dat de leerlingen hier over leren, zeker de leerlingen van de 3de graad lager onderwijs zijn al bezig met chatten en e-mailen (waarin cyberpesten het meest opduikt).
Er zitten redelijk wat leuke elementen in de presentatie die aanzetten tot interactie met de leerlingen: stellingen, eigen ervaringen vertellen, ...
Het waargebeurd verhaal is ook altijd een motiverend pluspunt. Kinderen herkennen er zich in, worden geconfronteerd met kinderen van hun eigen leeftijd die onder 'cyberpesten' lijden, ze zien in dat het wel degelijk 'echt' is.
Ik zou wel de volgorde van de dia's veranderen. In deze presentatie staan er al stellingen en vragen naar 'eigen ervaringen', voor de uitleg over wie cyberpesters en hun slachtoffers eigenlijk zijn. De stellingen zou ik zo houden (=> inductief leren, nadien theorie bespreken), maar de eigen ervaringen zou ik zeker wat verder naar achter plaatsen.
Als ik de presentatie zou gebruiken in mijn lessen, zal ik wel wat verder denken aan andere verwerkingsopdrachten. Nu blijft het wat algemeen met 'afspraken'.
Dit is natuurlijk mijn mening!
Over het algemeen vind ik de presentatie zeker ok!
De presentatie geeft een beeld over 'wat' cyberpesten is. Ik denk dat nog veel kinderen niet weten dat dit eigenlijk bestaat en dat hier een naam voor is. Het is belangrijk dat de leerlingen hier over leren, zeker de leerlingen van de 3de graad lager onderwijs zijn al bezig met chatten en e-mailen (waarin cyberpesten het meest opduikt).
Er zitten redelijk wat leuke elementen in de presentatie die aanzetten tot interactie met de leerlingen: stellingen, eigen ervaringen vertellen, ...
Het waargebeurd verhaal is ook altijd een motiverend pluspunt. Kinderen herkennen er zich in, worden geconfronteerd met kinderen van hun eigen leeftijd die onder 'cyberpesten' lijden, ze zien in dat het wel degelijk 'echt' is.
Ik zou wel de volgorde van de dia's veranderen. In deze presentatie staan er al stellingen en vragen naar 'eigen ervaringen', voor de uitleg over wie cyberpesters en hun slachtoffers eigenlijk zijn. De stellingen zou ik zo houden (=> inductief leren, nadien theorie bespreken), maar de eigen ervaringen zou ik zeker wat verder naar achter plaatsen.
Als ik de presentatie zou gebruiken in mijn lessen, zal ik wel wat verder denken aan andere verwerkingsopdrachten. Nu blijft het wat algemeen met 'afspraken'.
Dit is natuurlijk mijn mening!
Over het algemeen vind ik de presentatie zeker ok!
Techniek
Op de blog van medestudente Caroline D'hondt vond ik volgende werkbundel rond techniek:
http://issuu.com/caroline.dhondt/docs/werkboekje_techniek?mode=embed&documentId=090119191456-0304af01b66c42e9a96a6ed9ed95fd3b&layout=grey
Er wordt dezer dagen in onze opleiding veel aandacht aan techniek gegeven. Het is een onderdeel van Wereldoriëntatie dat sommige leerkrachten wel eens durven vergeten of gewoon niet 'durven' aanpakken in de klas.
Met dit bundeltje kan een leerkracht wel al wat verder. Het is bedoeld voor een hoekenwerk met 6 hoeken. In het bundeltje staat per hoek goed uitgelegd welk materiaal er nodig is, wat er onderzocht moet worden en nadien een blokje theorie (=verklaring). De kinderen kunnen zeker zelfstandig te werk, wat al veel werk van de begeleidende leerkracht wegneemt.
Natuurlijk is het bundeltje ook aangepast aan de interesse van leerlingen: de proefjes zijn motiverend en leuk, het geheel is opgesmukt met leuke prentjes, er zijn randopdrachten voorzien zoals een kruiswoordraadsel (Soort van tempo - en niveaudifferentiatie)... Er is over nagedacht!
Ik zou als leerkracht zeker overwegen om dit ook eens uit te proberen.
Enkel 1 kleine opmerking vanuit de achterliggende theorie van 'techniek': er zijn enkele proefjes (zoals het gewicht van lucht en condenseren en verdampen) die meer 'natuurkunde' dan 'techniek' zijn. Op zich geen groot probleem, maar misschien verwarrend voor leerlingen om de twee van elkaar te kunnen onderscheiden.
Knap werk! ;)
http://issuu.com/caroline.dhondt/docs/werkboekje_techniek?mode=embed&documentId=090119191456-0304af01b66c42e9a96a6ed9ed95fd3b&layout=grey
Er wordt dezer dagen in onze opleiding veel aandacht aan techniek gegeven. Het is een onderdeel van Wereldoriëntatie dat sommige leerkrachten wel eens durven vergeten of gewoon niet 'durven' aanpakken in de klas.
Met dit bundeltje kan een leerkracht wel al wat verder. Het is bedoeld voor een hoekenwerk met 6 hoeken. In het bundeltje staat per hoek goed uitgelegd welk materiaal er nodig is, wat er onderzocht moet worden en nadien een blokje theorie (=verklaring). De kinderen kunnen zeker zelfstandig te werk, wat al veel werk van de begeleidende leerkracht wegneemt.
Natuurlijk is het bundeltje ook aangepast aan de interesse van leerlingen: de proefjes zijn motiverend en leuk, het geheel is opgesmukt met leuke prentjes, er zijn randopdrachten voorzien zoals een kruiswoordraadsel (Soort van tempo - en niveaudifferentiatie)... Er is over nagedacht!
Ik zou als leerkracht zeker overwegen om dit ook eens uit te proberen.
Enkel 1 kleine opmerking vanuit de achterliggende theorie van 'techniek': er zijn enkele proefjes (zoals het gewicht van lucht en condenseren en verdampen) die meer 'natuurkunde' dan 'techniek' zijn. Op zich geen groot probleem, maar misschien verwarrend voor leerlingen om de twee van elkaar te kunnen onderscheiden.
Knap werk! ;)
Een zelfgemaakt filmpje...
Een twijfelachtig acteerdebuut: filmpje over moederdag in functie van een opdracht voor ICT in het 2de jaar.
Liedboekje maken
Op 23 maart vertrek ik voor een 5tal dagen op zeeklassen met mijn stageschool.
Uiteraard zijn daar enkele opdrachten aan verbonden.
Eén van die opdrachten is: maak een liedboekje. Op zich niets spectaculair... maar hoe begin je daar praktisch gezien aan? Welk office-programma leent zich het best tot het maken van een 'boekje'? Na wat gefoefel en proberen, met medestudenten (die een analoge opdracht hebben) brainstormen, de hulp inroepen van de lector die ons ook enkele tips gaf; ben ik er helemaal zelf in geslaagd om de digitale versie af te werken. Of het op de meest handige manier was, ik zou het niet weten, maar ik voel me wel 'fier'...
Hoe ben ik nu te werk gegaan?
Ik heb wat rond gezocht in 'Microsoft Office Publisher' en ben daar een nieuw bestand gaan openen. Het programma liet me kiezen welk soort bestand ik wou beginnen en daaruit koos ik 'publicaties om af te drukken', wat me dan nog eens tot een reeks keuzemogelijkheden bracht, waaruit 'catologi' mij het beste leek. Ik kreeg een bestand te zien waarin je kon 'bladeren', maar met nog te weinig pagina's. Met enkele klikken van de rechtermuisknop ('pagina toevoegen') had ik er al snel 24. Het zat me niet altijd mee en ik deed soms wel eens iets verkeerd, waardoor ik wat vertraging ben opgelopen... Het is nu 'af' (met prentjes en goede opmaak bovenop, dat ik ook via 'proberen' heb kunnen regelen) en daar ben ik al wat blij om!
Uiteraard zijn daar enkele opdrachten aan verbonden.
Eén van die opdrachten is: maak een liedboekje. Op zich niets spectaculair... maar hoe begin je daar praktisch gezien aan? Welk office-programma leent zich het best tot het maken van een 'boekje'? Na wat gefoefel en proberen, met medestudenten (die een analoge opdracht hebben) brainstormen, de hulp inroepen van de lector die ons ook enkele tips gaf; ben ik er helemaal zelf in geslaagd om de digitale versie af te werken. Of het op de meest handige manier was, ik zou het niet weten, maar ik voel me wel 'fier'...
Hoe ben ik nu te werk gegaan?
Ik heb wat rond gezocht in 'Microsoft Office Publisher' en ben daar een nieuw bestand gaan openen. Het programma liet me kiezen welk soort bestand ik wou beginnen en daaruit koos ik 'publicaties om af te drukken', wat me dan nog eens tot een reeks keuzemogelijkheden bracht, waaruit 'catologi' mij het beste leek. Ik kreeg een bestand te zien waarin je kon 'bladeren', maar met nog te weinig pagina's. Met enkele klikken van de rechtermuisknop ('pagina toevoegen') had ik er al snel 24. Het zat me niet altijd mee en ik deed soms wel eens iets verkeerd, waardoor ik wat vertraging ben opgelopen... Het is nu 'af' (met prentjes en goede opmaak bovenop, dat ik ook via 'proberen' heb kunnen regelen) en daar ben ik al wat blij om!
maandag 2 februari 2009
Thuis, maar toch op school!
Mijn gekozen artikel (gevonden op de site van De Standaard) kan je lezen via volgende link:
http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=BP25L5D7&word=onderwijs
Eigen mening:
Met dit project worden alweer nieuwe kansen gecreëerd door de technologie.
Het kan op mijn volledige steun rekenen. Als kind is het enorm zwaar om je vriendjes zo lang te missen, om nog niet te spreken van de leerstof die het allemaal moet inhalen.
Op deze manier, met ict- en mediagebruik, worden die problemen tegemoet gekomen.
Waarom dan niet? Het kind kan volgen, kan ondertussen zijn eigen gangetje gaan en even rusten als dat nodig is, maar is toch in contact met de klas.
Het zal waarschijnlijk even wennen geweest zijn voor de leerkracht en de kinderen in de klas, die soms zo maar een stem uit het niets horen, maar met enige aanpassingen zullen de lessen even vlot verlopen. Met allerlei snufjes mist de leerling eigenlijk geen seconde van de lesgang: zelfs het bordschema is ter beschikking via foto's.
Daarenboven leert elke betrokken partij (kind en zijn ouders, leerkracht, leerlingen in de klas) wat meer bij over de technologie van ict en media (laptop, camera, scannergebruik...), wat alleen maar handig kan zijn voor in de toekomst.
We mogen ook niet vergeten dat dit heel wat tijdswinst betekent voor kind en leerkracht: het kind moet achteraf veel minder inhalen; de leerkracht moet na de lessen op school niet meer bij het kind langs om les te geven (waar het uiteraard recht op heeft).
Zo zie je maar hoe nuttig ict en andere media kunnen zijn...
Als ik in de plaats van deze leerkracht zou staan, zou ik ook zeker aan dit project meewerken. Ik denk dat je als onderwijzer een soort plicht voelt om dit te doen, je helpt je er tenslotte gewoon je leerling mee. Ik zie maar 1 nadeel in het hele project: je verliest een deel het persoonlijk contact met het kind. Wanneer je onderwijs aan huis zou bieden, kom je nog thuis bij het kind en kan je zijn evolutie misschien beter opvolgen. Uiteraard kan je dat blijven doen, ook met een camera in de klas...
http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=BP25L5D7&word=onderwijs
Eigen mening:
Met dit project worden alweer nieuwe kansen gecreëerd door de technologie.
Het kan op mijn volledige steun rekenen. Als kind is het enorm zwaar om je vriendjes zo lang te missen, om nog niet te spreken van de leerstof die het allemaal moet inhalen.
Op deze manier, met ict- en mediagebruik, worden die problemen tegemoet gekomen.
Waarom dan niet? Het kind kan volgen, kan ondertussen zijn eigen gangetje gaan en even rusten als dat nodig is, maar is toch in contact met de klas.
Het zal waarschijnlijk even wennen geweest zijn voor de leerkracht en de kinderen in de klas, die soms zo maar een stem uit het niets horen, maar met enige aanpassingen zullen de lessen even vlot verlopen. Met allerlei snufjes mist de leerling eigenlijk geen seconde van de lesgang: zelfs het bordschema is ter beschikking via foto's.
Daarenboven leert elke betrokken partij (kind en zijn ouders, leerkracht, leerlingen in de klas) wat meer bij over de technologie van ict en media (laptop, camera, scannergebruik...), wat alleen maar handig kan zijn voor in de toekomst.
We mogen ook niet vergeten dat dit heel wat tijdswinst betekent voor kind en leerkracht: het kind moet achteraf veel minder inhalen; de leerkracht moet na de lessen op school niet meer bij het kind langs om les te geven (waar het uiteraard recht op heeft).
Zo zie je maar hoe nuttig ict en andere media kunnen zijn...
Als ik in de plaats van deze leerkracht zou staan, zou ik ook zeker aan dit project meewerken. Ik denk dat je als onderwijzer een soort plicht voelt om dit te doen, je helpt je er tenslotte gewoon je leerling mee. Ik zie maar 1 nadeel in het hele project: je verliest een deel het persoonlijk contact met het kind. Wanneer je onderwijs aan huis zou bieden, kom je nog thuis bij het kind en kan je zijn evolutie misschien beter opvolgen. Uiteraard kan je dat blijven doen, ook met een camera in de klas...
Ict-hulp voor leerlingen met dyslexie
In mijn volgende stageklas (6a) zit er een leerling met dyslexie.
Dit probleem bracht bij toetsen moeilijkheden met zich mee: de leerling had veel moeite om de vragen te lezen waardoor hij enorm veel tijd verloor, de jongen kon zijn antwoorden niet vlot noteren waardoor hij ongewild fouten schreef, ...
Sinds het begin van het 2de semester is daar een oplossing voor gekomen. De jongen heeft tijdens toetsen een eigen laptop ter beschikking met daarop een programma dat hem helpt bij het lezen van de vragen of het noteren van de antwoorden. Een computerstem leest de vragen voor (er is een headset aangesloten op de laptop) en afhankelijk van het onderwerp of moeilijkheidsgraad van de toets mag hij de antwoorden typen (dit gaat gemakkelijker voor hem).
Toen we op woensdag 14 januari voor het eerst in onze stageklas kwamen om de mentor te vervangen, werd ik met deze manier van werken geconfronteerd (ik moest immers een toets afnemen van de leerlingen).
De jongen kan zichzelf goed redden, zonder hulp van de leerkracht. Bij deze toets moest hij de antwoorden zelf noteren, waardoor het tempo nog vrij laag lag tegenover de andere leerlingen.
Ik ben er wel van overtuigd dat dit programma heel wat frustraties kan verhelpen. Voor de leerkracht is het gemakkelijker (zij heeft nu een soort van ondersteuning), maar vooral voor het kind is het een grote hulp. Hij heeft dezelfde toetsen als de anderen en zal zich daarom minder 'anders' gaan voelen én hij ervaart minder struikelblokken om een toets te kunnen maken.
In de toekomst zal ik zeker bij de klasleerkracht eens nagaan welk programma gebruikt wordt en hoe ze tot deze stap gekomen zijn. Wordt dus vervolgd...
Dit probleem bracht bij toetsen moeilijkheden met zich mee: de leerling had veel moeite om de vragen te lezen waardoor hij enorm veel tijd verloor, de jongen kon zijn antwoorden niet vlot noteren waardoor hij ongewild fouten schreef, ...
Sinds het begin van het 2de semester is daar een oplossing voor gekomen. De jongen heeft tijdens toetsen een eigen laptop ter beschikking met daarop een programma dat hem helpt bij het lezen van de vragen of het noteren van de antwoorden. Een computerstem leest de vragen voor (er is een headset aangesloten op de laptop) en afhankelijk van het onderwerp of moeilijkheidsgraad van de toets mag hij de antwoorden typen (dit gaat gemakkelijker voor hem).
Toen we op woensdag 14 januari voor het eerst in onze stageklas kwamen om de mentor te vervangen, werd ik met deze manier van werken geconfronteerd (ik moest immers een toets afnemen van de leerlingen).
De jongen kan zichzelf goed redden, zonder hulp van de leerkracht. Bij deze toets moest hij de antwoorden zelf noteren, waardoor het tempo nog vrij laag lag tegenover de andere leerlingen.
Ik ben er wel van overtuigd dat dit programma heel wat frustraties kan verhelpen. Voor de leerkracht is het gemakkelijker (zij heeft nu een soort van ondersteuning), maar vooral voor het kind is het een grote hulp. Hij heeft dezelfde toetsen als de anderen en zal zich daarom minder 'anders' gaan voelen én hij ervaart minder struikelblokken om een toets te kunnen maken.
In de toekomst zal ik zeker bij de klasleerkracht eens nagaan welk programma gebruikt wordt en hoe ze tot deze stap gekomen zijn. Wordt dus vervolgd...
WEB2.0 toepassingen
In de lessen 'Omgaan met informatie' hebben we al heel wat nieuwe toepassingen en programma's leren kennen, waaronder de WEB 2.0 toepassingen.
We kunnen naar filmpjes zoeken (YouTube), we kunnen documenten online plaatsen en delen met anderen (scribd), iedereen kan onze beste powerpointpresentatie zien via 'slideshare', we komen nooit meer te laat met een agenda op het net, we worden specialist in foto's bewerken, ...
Allerlei programma's die het leven gemakkelijker zouden moeten maken. En dat is ook zo:
het is redelijk gebruiksvriendelijk, het is gemakkelijker om samen te werken met anderen (msn is verleden tijd om de taken te verdelen), je hoeft niet allerlei cd-roms aan te kopen om speciale programma's te installeren, ...
We kregen in de les de tijd om eens te proeven van al deze toepassingen en eventueel al eens uit te proberen. Misschien was er wel wat te weinig tijd om alles eens te bekijken. Ikzelf heb zeker niet alle toepassingen die aan bod komen in de cursus kunnen bekijken. Hierbij is alweer eens duidelijk hoe groot de internetwereld wel is.
Het gebruik van deze toepassingen blijft echter niet bij dit ene contactuur: er zit een web2.0-oefening verweven in onze jaartaak van de blog.
Het is ook gemakkelijk te hanteren in de lagere school. Al deze web2.0 toepassingen vereisen wel een inlognaam en wachtwoord, maar dit is snel geregeld. Bij groepswerken kunnen leerlingen bijvoorbeeld gebruik maken van 'Windows Live SkyDrive' om documenten te delen (vb. van elk groepslid de bijeengesprokkeld informatie), vooraf brainstormen met 'bubbl.us', naar aanleiding van een taak of gebeurtenis foto's bewerken met 'picnic', een soort dagboek maken met 'dipity'...
Het zijn stuk voor stuk sites die de leerlingen zeker gaan interesseren. En nu met het tijdperk waarin het digitale leven bruist van energie, past dit zeker in hun leefwereld. Zeker eens de moeite waard om een paar ict-lessen aan te wijden. Zo zien ze ook de nuttige kant van het internet (naast msn, spelletjes en gewoon wat informatie zoeken), maar leren ze ook omgaan met paswoorden en dergelijke: internet kan ook onveilig zijn!
Ikzelf ben niet de persoon die zich zal beperken tot het delen van info met enkel deze toepassingen, maar ik zie er wel het nut van in. Ik heb nog altijd ergens de 'angst' dat materiaal op het internet vergankelijk is en ik deel liever mijn materiaal via email of doorgeven via een USB-stick. Zo voel ik me zekerder dat het materiaal 'echt' doorgegeven is. Misschien word het wel eens tijd om daar stilletjes aan komaf mee te maken, want de digitale wereld is al heel wat positief geëvalueerd...
We kunnen naar filmpjes zoeken (YouTube), we kunnen documenten online plaatsen en delen met anderen (scribd), iedereen kan onze beste powerpointpresentatie zien via 'slideshare', we komen nooit meer te laat met een agenda op het net, we worden specialist in foto's bewerken, ...
Allerlei programma's die het leven gemakkelijker zouden moeten maken. En dat is ook zo:
het is redelijk gebruiksvriendelijk, het is gemakkelijker om samen te werken met anderen (msn is verleden tijd om de taken te verdelen), je hoeft niet allerlei cd-roms aan te kopen om speciale programma's te installeren, ...
We kregen in de les de tijd om eens te proeven van al deze toepassingen en eventueel al eens uit te proberen. Misschien was er wel wat te weinig tijd om alles eens te bekijken. Ikzelf heb zeker niet alle toepassingen die aan bod komen in de cursus kunnen bekijken. Hierbij is alweer eens duidelijk hoe groot de internetwereld wel is.
Het gebruik van deze toepassingen blijft echter niet bij dit ene contactuur: er zit een web2.0-oefening verweven in onze jaartaak van de blog.
Het is ook gemakkelijk te hanteren in de lagere school. Al deze web2.0 toepassingen vereisen wel een inlognaam en wachtwoord, maar dit is snel geregeld. Bij groepswerken kunnen leerlingen bijvoorbeeld gebruik maken van 'Windows Live SkyDrive' om documenten te delen (vb. van elk groepslid de bijeengesprokkeld informatie), vooraf brainstormen met 'bubbl.us', naar aanleiding van een taak of gebeurtenis foto's bewerken met 'picnic', een soort dagboek maken met 'dipity'...
Het zijn stuk voor stuk sites die de leerlingen zeker gaan interesseren. En nu met het tijdperk waarin het digitale leven bruist van energie, past dit zeker in hun leefwereld. Zeker eens de moeite waard om een paar ict-lessen aan te wijden. Zo zien ze ook de nuttige kant van het internet (naast msn, spelletjes en gewoon wat informatie zoeken), maar leren ze ook omgaan met paswoorden en dergelijke: internet kan ook onveilig zijn!
Ikzelf ben niet de persoon die zich zal beperken tot het delen van info met enkel deze toepassingen, maar ik zie er wel het nut van in. Ik heb nog altijd ergens de 'angst' dat materiaal op het internet vergankelijk is en ik deel liever mijn materiaal via email of doorgeven via een USB-stick. Zo voel ik me zekerder dat het materiaal 'echt' doorgegeven is. Misschien word het wel eens tijd om daar stilletjes aan komaf mee te maken, want de digitale wereld is al heel wat positief geëvalueerd...
maandag 19 januari 2009
Bloggen verstoot de schoolkrant
Op de site van 'Klasse voor leraren' vond ik volgend artikel/interview:
De schoolkrant is dood
Leerlingenredactie is baas van de schoolblog
"Geen enkele jongere wil nog een papieren krantje maken. De kosten lopen op. Al dat gedoe met een kopieermachine en nietjes zien ze niet zitten. Het duurt te lang voor ze resultaten zien van hun redactiewerk. Wij bloggen erop los: goedkoop, snel en interactief", zeggen ze in Mechelen. Vlaanderen blogt?
"Als er vandaag brandalarm is, dan heeft een leerling dat nog voor het einde van de schooldag op onze blog gepost. En 's anderendaags staan daar reacties onder van lezers", zegt fysicaleraar Dirk Ploegaerts (39). Hij begeleidt het leerlingenteam achter de schoolblog Pat@ van het Paramedisch Instituut in Mechelen.
Hoe vind je bekwame bloggers?
Dirk Ploegaerts: "Elk jaar hangen we vacatures uit op het prikbord en affichepanelen. Leerlingen van wie we denken dat ze de job zien zitten, nodigen we persoonlijk uit. Wie met een tekstverwerker overweg kan, kan bloggen. Na vijf minuten uitleg goochelen onze leerlingen met foto's en video's. En vaak leer jij van hén. Belangrijk is dat niet alleen laatstejaars zich engageren. Die ben je na één jaar kwijt. Een derdejaars die drie jaar meedraait, bouwt ervaring op en is drie jaar lang een trekker voor andere leerlingen."
Hoe raakt je blog bekend?
Dirk Ploegaerts: "De Pat@ was twee weken vóór hij online ging al 'berucht'. We hebben in alle gangen affiches verspreid met daarop alleen het webadres van onze site. Niemand wist vanwaar dat adres kwam. Maar iedereen had het erover. Om volk naar onze site te lokken, maken we vijf keer per schooljaar een gedrukte versie van de Pat@, 'Patat op papier'. Dat is een heel simpel A4'tje met afbeeldingen en ingekorte teksten."
Censureer je blogposts van leerlingen?
Dirk Ploegaerts: "We hebben de dictatoriale redactiestructuur met het groot huisvuil meegegeven. Als 'Dikke-truiendag' flopt, mag dat met die woorden verschijnen op de blog. Onder die blogpost vragen we dan reacties en ideeën om het de volgende keer beter te doen. Alle leerlingen mogen reageren, en daardoor voelen ze zich betrokken bij wat er leeft op school. We hebben één keer een ranzige mop offline gezet. Die was erover en strookte niet met onze communicatiestijl. Maar in principe werkt de redactie autonoom. De directeur hoeft niet alle teksten te lezen voor ze online gaan. Je moet werken vanuit vertrouwen. Wij als begeleiders bemoeien ons niet. Hier en daar geven we wel een hint voor onderwerpen. Maar aan hun stukken raken? Dan zijn die niet meer geloofwaardig."
Is bloggen duur?
Dirk Ploegaerts: "Op www.wordpress.com kun je gratis een blog aanmaken. Voor extra's moet je wel betalen. Je kunt een eigen .be-domeinnaam registreren voor vijftien euro per jaar en aan je blog koppelen. De broncode van Wordpress is vrije software en kun je downloaden op www.wordpress.org. Makkelijk te installeren op je eigen webserver, en helemaal zelf te beheren."
Heeft een schoolblog wel impact?
Dirk Ploegaerts: "De blog betrekt je leerlingen meer bij de school en bepaalt de gespreksonderwerpen. De fotopagina's zijn dé grote publiekstrekkers. Er staan elke week wel een aantal nieuwe foto's online. En iedereen wil die zien. De eerste site waar onze leerlingen tijdens de informaticalessen naar surfen, is onze Pat@. We willen ook dat de blog een instrument is voor de leerlingenraad. Die doen ongelofelijk veel en goed werk. Maar ze missen een kanaal om dat bekend te maken. Via de Pat@ weken ze reactie los en krijgt de leerlingenraad een gezicht."
Blogtips
"Vijf jaar geleden was een nieuwe blog een nieuwsfeit. Inmiddels is het even gemakkelijk als een e-mail versturen." Negen blogtips van überblogger Clo Willaerts*.
- Laat je niet ontmoedigen als er geen massa volk meeleest. Eén reactie op je artikel is al een succes. Ongeveer één procent van de surfers reageert op artikels.
Laat reacties toe op je blogposts. Zo laat je zien dat je school open staat voor discussie. Je ziet meteen aan de reacties onder een oproep wie wil meewerken aan het volgende grootouderfeest.
- Gebruik je webadres op briefpapier, de schoolbus, in een voettekst in je e-mail en aan de schoolpoort. Je eigen .be-domeinadres kost vijftien euro per jaar.
- Zet geen vervelende flash-intro's voor je homepage.
- Zet zelfgemaakte foto's, tekeningen of gedichten van je leerlingen online. Het krikt hun zelfvertrouwen op en je genereert verkeer naar je blog.
- Laat ouders meebloggen. Hun fotoreportages van het schoolfeest of het verslag van de ouderraad zijn interessante bijdragen.
- Een blog is géén dagboek of column. Dagelijkse updates zijn niet verplicht. Wie blogt, gaat géén engagement aan.
- Publiceer je naam bij je blogpost. Lezers waarderen meer een artikel van Juf Sam met een persoonlijke toets dan een anoniem bericht.
- Hoe korter de blogpost, hoe beter. Beperk je tot één alinea tekst, of genummerde lijstjes, een interessante link of gewoon een leuke foto.
Mijn eigen mening bij dit artikel:
Het is allereerst leuk dat de school rekening houdt met de interesses van de leerlingen. Het is een feit: kinderen en jongeren houden zich vandaag de dag meer bezig met hun computer dan met kranten/tijdschriften te lezen. Door dit initiatief leren ze te communiceren via het internet, op een positieve manier. Internet is meer dan msn en facebook... Daarenboven hebben de leerlingen nu de kans om sneller te kunnen reageren op bepaalde artikels die verschijnen, wat moeilijker ging in de papieren versie. Ik vind het bovendien goed dat er nog steeds een gedrukte (weliswaar ingekorte) versie is van de blog. Er zijn immers nog heel wat ouders die ook wel wat van de school willen weten, maar niet zo computervaardig zijn.
Uit het interview komen heel wat voordelen over de blog naar voor, en terecht ook. Het is inderdaad goedkoper, de leerlingen leren autonoom werken, er is meer ruimte voor communicatie, een blog ligt in de leefwereld van de leerlingen...
Waarom dan niet meegaan met de tijd?
Anderzijds vind ik het toch een heel klein beetje jammer dat het gezellige krantje dat je tussendoor eens kan lezen bij het wachten op de bus/trein/lesuurwisseling stilaan verdwijnt...
De schoolkrant is dood
Leerlingenredactie is baas van de schoolblog
"Geen enkele jongere wil nog een papieren krantje maken. De kosten lopen op. Al dat gedoe met een kopieermachine en nietjes zien ze niet zitten. Het duurt te lang voor ze resultaten zien van hun redactiewerk. Wij bloggen erop los: goedkoop, snel en interactief", zeggen ze in Mechelen. Vlaanderen blogt?
"Als er vandaag brandalarm is, dan heeft een leerling dat nog voor het einde van de schooldag op onze blog gepost. En 's anderendaags staan daar reacties onder van lezers", zegt fysicaleraar Dirk Ploegaerts (39). Hij begeleidt het leerlingenteam achter de schoolblog Pat@ van het Paramedisch Instituut in Mechelen.
Hoe vind je bekwame bloggers?
Dirk Ploegaerts: "Elk jaar hangen we vacatures uit op het prikbord en affichepanelen. Leerlingen van wie we denken dat ze de job zien zitten, nodigen we persoonlijk uit. Wie met een tekstverwerker overweg kan, kan bloggen. Na vijf minuten uitleg goochelen onze leerlingen met foto's en video's. En vaak leer jij van hén. Belangrijk is dat niet alleen laatstejaars zich engageren. Die ben je na één jaar kwijt. Een derdejaars die drie jaar meedraait, bouwt ervaring op en is drie jaar lang een trekker voor andere leerlingen."
Hoe raakt je blog bekend?
Dirk Ploegaerts: "De Pat@ was twee weken vóór hij online ging al 'berucht'. We hebben in alle gangen affiches verspreid met daarop alleen het webadres van onze site. Niemand wist vanwaar dat adres kwam. Maar iedereen had het erover. Om volk naar onze site te lokken, maken we vijf keer per schooljaar een gedrukte versie van de Pat@, 'Patat op papier'. Dat is een heel simpel A4'tje met afbeeldingen en ingekorte teksten."
Censureer je blogposts van leerlingen?
Dirk Ploegaerts: "We hebben de dictatoriale redactiestructuur met het groot huisvuil meegegeven. Als 'Dikke-truiendag' flopt, mag dat met die woorden verschijnen op de blog. Onder die blogpost vragen we dan reacties en ideeën om het de volgende keer beter te doen. Alle leerlingen mogen reageren, en daardoor voelen ze zich betrokken bij wat er leeft op school. We hebben één keer een ranzige mop offline gezet. Die was erover en strookte niet met onze communicatiestijl. Maar in principe werkt de redactie autonoom. De directeur hoeft niet alle teksten te lezen voor ze online gaan. Je moet werken vanuit vertrouwen. Wij als begeleiders bemoeien ons niet. Hier en daar geven we wel een hint voor onderwerpen. Maar aan hun stukken raken? Dan zijn die niet meer geloofwaardig."
Is bloggen duur?
Dirk Ploegaerts: "Op www.wordpress.com kun je gratis een blog aanmaken. Voor extra's moet je wel betalen. Je kunt een eigen .be-domeinnaam registreren voor vijftien euro per jaar en aan je blog koppelen. De broncode van Wordpress is vrije software en kun je downloaden op www.wordpress.org. Makkelijk te installeren op je eigen webserver, en helemaal zelf te beheren."
Heeft een schoolblog wel impact?
Dirk Ploegaerts: "De blog betrekt je leerlingen meer bij de school en bepaalt de gespreksonderwerpen. De fotopagina's zijn dé grote publiekstrekkers. Er staan elke week wel een aantal nieuwe foto's online. En iedereen wil die zien. De eerste site waar onze leerlingen tijdens de informaticalessen naar surfen, is onze Pat@. We willen ook dat de blog een instrument is voor de leerlingenraad. Die doen ongelofelijk veel en goed werk. Maar ze missen een kanaal om dat bekend te maken. Via de Pat@ weken ze reactie los en krijgt de leerlingenraad een gezicht."
Blogtips
"Vijf jaar geleden was een nieuwe blog een nieuwsfeit. Inmiddels is het even gemakkelijk als een e-mail versturen." Negen blogtips van überblogger Clo Willaerts*.
- Laat je niet ontmoedigen als er geen massa volk meeleest. Eén reactie op je artikel is al een succes. Ongeveer één procent van de surfers reageert op artikels.
Laat reacties toe op je blogposts. Zo laat je zien dat je school open staat voor discussie. Je ziet meteen aan de reacties onder een oproep wie wil meewerken aan het volgende grootouderfeest.
- Gebruik je webadres op briefpapier, de schoolbus, in een voettekst in je e-mail en aan de schoolpoort. Je eigen .be-domeinadres kost vijftien euro per jaar.
- Zet geen vervelende flash-intro's voor je homepage.
- Zet zelfgemaakte foto's, tekeningen of gedichten van je leerlingen online. Het krikt hun zelfvertrouwen op en je genereert verkeer naar je blog.
- Laat ouders meebloggen. Hun fotoreportages van het schoolfeest of het verslag van de ouderraad zijn interessante bijdragen.
- Een blog is géén dagboek of column. Dagelijkse updates zijn niet verplicht. Wie blogt, gaat géén engagement aan.
- Publiceer je naam bij je blogpost. Lezers waarderen meer een artikel van Juf Sam met een persoonlijke toets dan een anoniem bericht.
- Hoe korter de blogpost, hoe beter. Beperk je tot één alinea tekst, of genummerde lijstjes, een interessante link of gewoon een leuke foto.
Mijn eigen mening bij dit artikel:
Het is allereerst leuk dat de school rekening houdt met de interesses van de leerlingen. Het is een feit: kinderen en jongeren houden zich vandaag de dag meer bezig met hun computer dan met kranten/tijdschriften te lezen. Door dit initiatief leren ze te communiceren via het internet, op een positieve manier. Internet is meer dan msn en facebook... Daarenboven hebben de leerlingen nu de kans om sneller te kunnen reageren op bepaalde artikels die verschijnen, wat moeilijker ging in de papieren versie. Ik vind het bovendien goed dat er nog steeds een gedrukte (weliswaar ingekorte) versie is van de blog. Er zijn immers nog heel wat ouders die ook wel wat van de school willen weten, maar niet zo computervaardig zijn.
Uit het interview komen heel wat voordelen over de blog naar voor, en terecht ook. Het is inderdaad goedkoper, de leerlingen leren autonoom werken, er is meer ruimte voor communicatie, een blog ligt in de leefwereld van de leerlingen...
Waarom dan niet meegaan met de tijd?
Anderzijds vind ik het toch een heel klein beetje jammer dat het gezellige krantje dat je tussendoor eens kan lezen bij het wachten op de bus/trein/lesuurwisseling stilaan verdwijnt...
Abonneren op:
Posts (Atom)